donderdag 27 september 2012

Reisverslag Malta: begin 1e week



Welkom in Malta. Reizen in Malta is reizen in de tijd. Zo maakt U op Malta wel tien tijdreizen tegelijkertijd mee. U vindt er mysterieuze tempels uit de prehistorie, steden en paleizen uit de middeleeuwen, kerken en kathedralen. Een eiland met een rijke cultuur en geschiedenis, beïnvloed door de verschillende volkeren die het eiland veroverd hebben. Een reisverhaal waar de ridders een hoofdrol in krijgen. Trek dus je harnas maar aan en neem een zwaard om Malta te verkennen en te ontdekken. Malta zal na een tijdje je hart veroveren. Deze reis heb ik gedaan met Thomas Cook. De eerste week heb ik een georganiseerde rondreis gedaan op Malta. De tweede week ben ik op eigen houtje Malta verder gaan verkennen. De volledige rondreis in de eerste week werd gedaan door 12 mensen. Daarnaast kwamen er elke dag nog mensen bij die niet het volledige programma volgden.

Het vliegtuig kwam ’s avonds laat aan op Malta. Wat mij opviel was dat Malta tamelijk verlicht was. Ook zag ik vanuit het vliegtuig vuurwerk dat in de lucht geschoten werd. De volgende morgen hebben we kennis gemaakt met de Nederlandse Linda, die het overgrote deel van de rondreis heeft begeleid. We vertrekken naar de hoofdstad Valletta. Valletta is het politieke en historische hart van Malta, als een oester verscholen achter de hoge wallen die de johannieter ridders in de 16de eeuw lieten aanleggen.

De hoofdstad van Malta dankt haar naam aan de Franse grootmeester Jean de la Valette. Hij stichtte de stad na de grote belegering in 1565. De architect Fransesco Laparelli en zijn assistent Gerolamo Casar werden belast met de planning en de uitvoering van het project. Naar hun ontwerp ontstond een stad die zowel een vesting als een cultureel centrum was. De stad had immers veel kunstschatten en kunstobjecten en deze collectie werd voortdurend uitgebreid. De Italiaan Francesco Laparelli da Cortona ontwierp een dambord van kaarsrechte straten, dat grotendeels zou worden volgebouwd met gebouwen van de Maltese bouwmeester Girolamo Casar. Men had voor de aanleg van Valletta het terrein willen effenen, maar dit bleek uiteindelijk te veel werk. Sommige straten zie je dan steil naar omhoog gaan, of zijn voorzien van trappen. De indrukwekkende forten en bastions waren bedoeld om de stad te verdedigen.

De johannieter ridders zijn afkomstig uit Jeruzalem. Omstreeks 1100 verenigde een groepje mannen zich in “de orde van het hospitaal van Sint-Jan” en nam de zorg op zich voor de zieken van het Pelgrimhospitaal in Jeruzalem. Veel ridders voelden de aandrang hun leven in te richten op een religieuzer manier dan tevoren. Het meest voor de hand liggend was monnik te worden, maar er was ook een voortdurende behoefte aan vechtjassen die de christelijke gebieden verdedigden tegen de Arabieren, en de pelgrims beschermden op hun weg naar heilige plaatsen. De orde groeide en in de orde werden de ridderidealen (trouw en dapperheid) gecombineerd met die van de monniken (armoede, kuisheid en gehoorzaamheid). Omdat het woord “vreedzaamheid” in beide rijtjes ontbrak, konden de ridderlijke monniken te strijde trekken tegen heidenen en rovers. De plicht om zieken te verzorgen zou de orde haar hele bestaan aan haar leden blijven voorschrijven. Het politieke en militaire hoofd van de orde was de grootmeester. De orde was georganiseerd in acht langues of taalgroepen.

Ze zijn ook op Rhodos geweest en later zijn ze naar Malta gegaan. De johannieter ridders ontvingen Malta in eeuwigdurende leen van de koning van Spanje (keizer Karel V). In ruil voor dit alles moesten ze de koning van Spanje jaarlijks een valk betalen. Ze wilden zich niet vestigen in de oude hoofdstad Mdina. Ze vestigden zich bij de Grand Harbour, om dicht bij hun schepen en de havens te zijn. De johannieter ridders hebben hun stempel op Malta gedrukt en hebben hier voor welvaart gezorgd. De johannieter ridders worden ook wel aangeduid als de hospitaalridders, de ridders van Rhodos of de Maltese ridders.

Eerst gaan we naar de “Upper Barraca Gardens”. Dit is een bijzonder populair klein park met verschillende bloemen, gedenkstenen en in het midden een groot standbeeld van Sir Thomas Maitland, een gouverneur in de 19de eeuw. Langs de zijmuren van het park heb je een ongeëvenaard uitzicht over de Grand Harbour, Vittoriosa (de linkerlandtong, met het fort Saint Angelo), Senglea (de landtong rechts) en oostelijk Malta. Je kan verschillende kanonnen op een rij zie je staan. Je kan langs de andere zijkant van het park, ook een bouwconstructie zien in de hoogte. Dit zal een lift worden, waarmee ze mensen die aankomen per cruiseschip in de haven rechtstreeks naar de toegang tot het historische centrum van Valletta zullen kunnen brengen. Zo moeten ze geen stevige wandeling maken naar boven.

Vervolgens passeren we de indrukwekkende barokke “auberge van Castilië en Leon”. Dit is de mooiste auberge in Valletta, die ligt op het hoogste punt van Valletta. Dit gebouw verrees onder grootmeester Pinto, wiens wapen boven de hoofdingang hangt. Het verving een oudere auberge die ontworpen was door Girolamo Cassar. Aan de hoofdingang zie je ook 2 kanonnen staan. Momenteel was er een gedeelte van het gebouw in renovatie. Oorspronkelijk had men op deze plek het Grootmeesterspaleis willen bouwen, maar de toenmalige grootmeester prefereerde meer in het centrum van Valletta te zitten.

Nadien gaan we via de straten naar de Saint John’s Co-Cathedral. We passeren het ministerie van buitenlandse zaken en een gebouw waar Napoleon Bonaparte gedurende 7 dagen heeft verbleven. Wat hier ook opvalt zijn de vele houten balkons, die vooral tal van huizen opsieren in Valletta. Je kan op Malta ook versierde balkons zien in kalksteen. Of soms zijn er zelfs zuilen verwerkt in de balkons.

De Saint John’s Co-Cathedral verrees in de jaren 1573-1577, kort na de stichting van Valletta, en werd in 1578 ingewijd. De kerk kreeg in 1816 van paus Pius VII de eretitel Co-Cathedral (“medekathedraal”). De eigenlijke kathedraal van het eiland was de kerk van de bisschop van Malta, die toen zijn zetel in Mdina had. Bouwmeester Girolamo Cassar ging bij het ontwerp van de kerkfaçade uit van een heel sobere vorm van de maniëristische stijl. De kerk heeft een langwerpig grondplan (58 x 39 m) met ongewoon diepe zijkapellen. Deze waren stuk voor stuk toegewezen aan een langue van de orde. Na de sobere buitenkant van de kerk, is het uitbundige, kleurrijke maar toch harmonieuze interieur een verrassing. Je merkt dat er geen vierkante centimeter onversierd is gelaten. De vloer dankt zijn warme en levendige kleuren mede aan de talloze, met ingelegd marmer versierde grafstenen van de ridders. De rijk geornamenteerde wanden waren oorspronkelijk bedekt met bladgoud. Het plafond, een tongewelf, is beschilderd door Mattia Preti (1613 - 1699). Hij was met deze en andere beschilderingen in de kerk vijf jaar bezig.

In de verschillende zijkapellen, kan je dan grafmonumenten, schilderijen, heiligenbeelden en wandkleden bewonderen. Nabij het grote altaar kan je twee oude orgels zien.

Nadien zijn we in het Oratorium geweest. Dit was de plaats waar de leerlingen van de orde ter kerke gingen. De zaal werd door Preti van schilderingen voorzien. Hier hangt Caravagio’s meesterlijk schilderij “De onthoofding van Johannes de Doper” (1608). Op dit schilderij zie ik ook een gevangene achter tralies die toekijkt naar de onthoofding en eveneens een vrouw die klaarstaat met een schotel om het hoofd van Johannes de Doper op te vangen. In het Oratorium mag je absoluut geen foto’s nemen. In een zijkapel kan je nog een werk van Caravagio vinden: “De Heilige Hiëronymus”. Caravagio (1573 - 1610) heeft maar twee jaar doorgebracht (1607 - 1608) op Malta. Hij onderscheidde zich door het realisme en het dramatische gebruik van licht en donker in zijn schilderijen. Zijn werken maakten grote indruk, maar riepen ook weerstand op. Zo gebruikte hij een smerige bedelaar als model voor zijn schilderijen. Dit in een tijd dat de meeste schilderijen bol stonden van geïdealiseerde en geëxalteerde heiligen. Zo een heilige was hij ook niet, want hij stond bekend als arrogant en gewelddadig.

Deze Saint John’s Co-Cathedral is echt wel indrukwekkend als je naar de versieringen binnenin kijkt. De schoonheid ervan doet U met verstomming staan. We mochten onze rugzak niet op onze rug dragen, om niet per ongeluk tegen de versierde wanden te komen. We kregen nog een toestel waarmee we de uitleg konden horen van de reisleidster in de Saint John’s Co-Cathedral. Rugzak in de hand, luistertoestel aan uw oor brengen en dan nog films en foto’s nemen met uw fototoestel. Dit wordt wel echt moeilijk als je alles goed wil doen!

Nu is het toch wel erg warm beginnen worden hier. Voldoende water drinken is de boodschap. Vervolgens zijn we naar het Grootmeesterpaleis gewandeld. Het Grootmeesterpaleis werd ontworpen door Girolamo Cassar, die ook de Saint John’s Co-Cathedral ontwierp. Sinds het tussen 1568 en 1574 gebouwd werd, is het Grootmeesterpaleis op Malta het centrum van de macht geweest. Eerst was het de residentie van de grootmeester van de johannieter orde (1574 - 1798), na 1800 het paleis van de gouverneur en tegenwoordig dient het als zetel van het parlement (sinds 1928) en kantoor van de president. Bovendien is het nu ook nog een museum.

De wat saaie gevel beslaat de hele lengte van het Saint George square. Verschillende gevelstenen herinneren aan recente hoogtepunten in de Maltese geschiedenis: Het toekennen van het George Cross aan Malta door koning George VI (1942), een boodschap van president Roosevelt (1945), de onafhankelijkheidsverklaring (1964) en het uitroepen van de republiek (1974).

We zijn naar binnengegaan en komen eerst terecht op “Prince Alfred’s Court”, een door bomen beschaduwde binnenplaats. Vanaf hier kun je een uitzicht hebben op een oud uurwerk. Dit is Pinto’s Clock uit 1745. Je kan op de toren drie wijzerplaten zien, waarvan de eerste de stand van de zon aangeeft, een tweede de juiste tijd en de derde de datum van de maand. Via trappen komen we terecht op de binnenplaats “Neptune’s Courtyard”. We zien hier ook een Neptunus beeld staan, dat vroeger bij de Grand Harbour, op de vismarkt stond. Van hieruit zijn we naar de eerste verdieping geweest. In de gangen staan langs beide kanten beelden van ridders uitgerust met helm en harnas. Ook deze gang is prachtig versierd. Het plafond is weer prachtig beschilderd. Op de vloer kan je wapenschilden zien. Aan de muren hangen schilderijen. Dit is wel heel mooi en kunstig.

Boven zijn er verschillende ruimtes waar je een kijkje kan nemen. Eerst zijn we in “Tapestry chamber” geweest. Deze zaal is genoemd naar de tien kostbare wandtapijten, die grootmeester Ramon Perelos als geschenk gaf aan de orde. Ze zijn in het begin van de 18de eeuw vervaardigd. Je kan hier vooral tropische dieren en planten op de wandtapijten zien.

In de “Throne Room” vergaderde het generale kapittel van de orde, de grote raad. Op de gouden troon, onder een baldakijn met twee maniëristisch gedraaide zuilen placht de grootmeester te zitten en later de Britse gouverneur. De zaal wordt nu gebruikt voor officiële ontvangsten. We zien hier ook een balkon dat aan de muur hangt. Bij feestelijk plechtigheden zaten hier muzikanten te spelen. Boven aan de muur loopt een fries waarop gebeurtenissen uit het Grote Beleg (1565) zijn afgebeeld.

Daarna zijn we een kijkje gaan nemen in de Red en Yellow Room. In de Red Room of ambassadeurskamer loopt er ook een fries langs de wanden. Dit verbeeld scènes uit de geschiedenis van de johannieter orde. De kamer is geheel bekleed met rood damast. Er hangen ook portretten van Europese vorsten. In de Yellow Room of Conference room was de plaats waar de zestien pages van de grootmeester verbleven. Dit waren zonen uit adelijke families, die op twaalfjarige leeftijd als bedienden naar de grootmeester werden gestuurd om een soort opvoeding te krijgen. Op hun achttiende konden ze ridder worden. In de vitrines zijn voorwerpen te zien die afkomstig zijn uit het hospitaal van de ridders. Het fries toont taferelen uit de tijd dat de orde nog in het heilige land vocht.

Bij het terug naar beneden gaan zagen we op de binnenplaats “Neptune’s Courtyard” dat er 3 soldaten met een geweer naar buiten liepen. Er gebeurde nu een afwisseling van de wacht aan het Grootmeesterpaleis. Aan de ingang naar deze binnenplaats, op het Saint George Square, staan er altijd 2 soldaten op wacht in een wachthokje. Deze 2 soldaten werden nu afgelost. Na een tijdje gaan de 2 soldaten wisselen van kant. Na de wisseling van de wacht kon je klassieke muziek horen op dit plein. Op de stenen, in het midden van het plein, kon je verschillende fonteinen zien. Op het ritme van de klassieke muziek, kwam het water nu hoger of lager naar boven. Tussen de verschillende stralen op het plein, waren kleine kinderen met veel plezier aan het spelen.

Nadien keren we met de bus terug naar ons hotel, dat gelegen is in Saint Paul’s Bay, meer in het noorden. In de vrije namiddag heb ik de kustlijn afgelopen. Langs de kustlijn zie je dat ze hier bijna geen zandstranden hebben. De meeste toeristen liggen te zonnen op de vlakke rotsformaties naast de zee. Nabij het hotel was er wel een klein aangelegd zandstrand.

Je kan ook veel souvenirwinkels vinden in Malta waar je allerlei souvenirs kan kopen. Ook veel juwelenwinkels kom ik tegen. Eveneens zijn er hier veel toeristische bureaus die excursies aanbieden voor verschillende boottochten, voor een jeep safari, voor een trip met de “MaltaSightSeeing” bus in het noorden en in het zuiden, voor stadsbezoeken, voor pretparkbezoeken, voor watersportmogelijkheden (zoals oa duiken, jetski, parasailing),…. De concurrentie voor het aanbieden van excursies op Malta is hier wel hevig.

Verder zag ik hier ook een “magic fish lounge”, waar er aan de ingang verschillende waterbakken staan met kleine visjes in. De kleine visjes beginnen te zwemmen rond uw voeten in de waterbak. Deze kleine visjes reinigen uw voeten door de dode huid cellen op te eten en zorgen voor een ontspannend effect als we de reclame mogen geloven. Deze visjes zijn meestal tussen 3 en 6 maanden oud en hebben afmetingen van 1.5 tot 2 cm lang. Normaal groeien ze tot een lengte van 12 cm en worden 4 tot 6 jaar oud. Zit daar maar aan de ingang in de “magic fish lounge” met je voeten in een waterbak. De passerende toeristen stoppen om deze vistherapie te bekijken.

Nadien ben ik terechtgekomen aan de nabijgelegen haven. Over de volledige haven liggen de verschillende boten verspreid te dobberen. Er zijn kleurrijke bootjes bij. Antieke vissersbootjes dobberen tussen moderne schepen of futuristische catamarans. Je kan op een bank gaan zitten, sluit je ogen en voel de warme lucht op je gezicht en hoor de geluiden van de dobberende boten in de haven. Je geraakt bijna in een meditatie.

Nadien heb ik nog een terras gedaan op het open plein in Bugibba, waar we het lokale bier “cisk” drinken. Liefst een halve liter, want warm is het hier wel. Dit centrale plein was niet zo ver gelegen van het hotel. ’s Avonds is het hier drukker en zit er meer volk op de banken op het middenplein. Verder merk ik hier op verschillende plaatsen telefooncellen in het straatbeeld. Soms is het een rode gesloten telefooncel. Tijdens gans de reis heb ik maar één iemand zo een openbare telefooncel op straat zien gebruiken. Het GSM tijdperk heeft deze telefooncellen nog niet kunnen verwijderen op het eiland.

De oude bussen daarentegen zijn wel verdwenen en zijn vervangen door moderne bussen. De oude bussen waren in privé bezit en men was niet zeker of hij wel reed. Er was dus geen regelmaat. Het eiland is nu in alle hoeken gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Dit is hier zeer goed georganiseerd. Let op! 5km met de bus kan soms lang duren omdat de bus veel moet stoppen.

De volgende dag gaan we het eiland Gozo gaan verkennen. We rijden met de bus richting Cirkewwa ten noorden van Malta, waar er een pier is waar de veerboten naar Gozo vertrekken. We passeren eerst het grootste zandstrand in Malta, nl Mellieha beach. Het is ook een van de mooiste en ligt aan een baai met prachtig blauw water. Eveneens zien we op een heuveltop een fort volledig in een rode kleur, of ook wel de “Red Tower” genoemd. Dit was vroeger een fort van de ridders.

Op de bergflanken zien we terrassen aangelegd voor de landbouw. Op deze velden zien we vooral dor gras en geen beplanting van gewassen. We passeren ook typisch Maltese vakantiehuisjes. Soms lijkt de baan wel op een rollercoaster. Het gaat op en neer. Langs de weg zien we ook opeengestapelde stenen in de vorm van een iglo. Dit werd vroeger gebruikt door de landbouwers om een dutje in te doen en ook was het een plaats om hun werktuigen in te leggen.

Vanuit het noordelijke punt hier in Malta kunnen we het eiland Comino en Gozo al zien liggen. Met de veerboot varen we dan naar het eiland Gozo. We kunnen vanaf de boot de wachttoren zien die op het eiland Comino ligt. Gozo heeft geen luchthaven, dus vanuit de lucht kan je het enkel bereiken via een helikopter. Gozo wordt ook wel het eiland van de 3 heuvels genoemd. Uiteraard zijn er meerdere heuvels op Gozo te vinden.

Gozo laat zien hoe Malta er enkele decennia geleden uitzag. Een geitenkudde of een zwaarbepakte ezel hoort er nog bij het leven van alledag. Het is er rustiger en groener dan op Malta. Op een oppervlakte van 67 km² wonen ongeveer 26000 Gozitanen. Gozo heeft een ander landschap dan Malta, omdat het minder bevolkt is en er ook minder mensen wonen. Je ziet veel kleine dorpjes met velden er omheen. Gozo dankt zijn groene en vruchtbare akkers aan de blauwe-kleilaag. Door deze kleilaag verdwijnt het grondwater niet volledig. Je kan oa veel tomaten, watermeloenen, gele meloenen en wijngaarden zien op de velden. Dankzij de zonneschijn kan de vruchtbare grond ook smakelijke aardappelen en citrusvruchten voortbrengen. Ook de cactussen kan je hier vinden en ze worden gebruikt om een eigendom mee af te bakenen.

De buschauffeur werd direct geconfronteerd met een wegomlegging. Men begint aan wegenwerken waar men maar wil. Men begint hier en men begint daar. Er zit geen structuur in deze werken. De wegen zijn rommeliger en er zijn hier op Gozo meer wegen afgesloten dan in Malta. Je kan zelfs geen borden vinden van een verkeersomlegging. Je moet hier maar je weg kennen. Deze meeste wegen liggen er soms nog hobbelig bij. Momenteel worden er hier veel wegen vernieuwd. Dit komt omdat Malta in 2004 is toegetreden tot de Europese Unie en nu krijgen ze geld van Europa om iets te doen aan hun wegen net. Je kan hier ook geen fietspaden vinden. Als je fietsers op de weg ziet, dan zijn dit toeristen.

We gaan een gevarieerde dag tegemoet met veel cultuur en ook natuur. We komen aan bij de tempels van Ggantija. De twee tempels van Ggantija behoren tot de oudste en belangrijkste prehistorische tempels op Malta en Gozo. Ze zijn ouder dan de piramiden in Egypte en het monument van Stonehenge. Eigenlijk staan de oudste en vrijstaande gebouwen op Malta. Hun naam danken ze aan het geloof van de oude Gozitanen dat deze tempels wel door reuzen of “giganten” gebouwd moesten zijn: Ggantija betekent “de reuzensteen”. De tempels werden opgericht tijdens de ernaar genoemde fase van Ggantija (3600 – 3000 v. Chr.). De beide tempels zijn blootgelegd in 1827. De tempels zijn met de achterwand gericht naar het noordwesten. De ruimte tussen de binnen- en buitenmuren was opgevuld met aarde. De tempelruimtes waren niet geheel overdekt. Gaten in het dak dienden voor de afvoer van rook en lieten licht toe. De voorzijde van beide tempels heeft een licht gebogen, holle vorm, zoals gebruikelijk bij Maltese en Gozitaanse tempels. Het grootste gedeelte ervan staat er nog precies zo bij als 4500 jaar geleden. Men heeft ze nooit hoeven te restaureren. De toegangen van de beide tempels zijn goed herkenbaar. De buitenkant van de tempel is van koraalkalksteen (erg hard en bestendig tegen de inwerking van de zeewind) en de binnenkant van globigerinen kalksteen (goed de bewerken en te decoreren). De linkertempel is de oudste en grootste van de twee. Voor de ingang ligt een op zich al indrukwekkende steen die als drempel diende. Langs de façade liep een lange rand die kon dienen als zitbank. De plattegrond van de tempel bestaat uit een niervormig voorvertrek plus een klaverblad van nissen (een klavertje drie om precies te zijn), een vorm die typerend is voor de tempels uit die periode. De binnenkant was gekleurd met rode oker. Bij de ingang zat een holte die gevuld kon worden met water, zodat de gelovigen zich ritueel konden reinigen als ze de tempel betraden. In deze en andere doorgangen zitten kleinere gaten die dienden om een deur op zijn plaats te houden. Links bij de buitenwand van het voorvertrek zitten gaten waar de gelovigen of de priesters plengoffers in konden gieten. Zo verdween de geofferde drank of misschien het bloed van het offerdier in de diepte van moeder aarde. De achterruimtes betreedt U door een geplaveide doorgang. Ook hier zitten gaten voor plengoffers. Tegen de wand in de linkernis zijn de resten van altaren zichtbaar. In de nis rechts is een grote vuurplaats. De vondsten die men in deze tempels gedaan hebben zijn koppen die op de romp van de vruchtbaarheidsgodin bevestigd konden worden. Belangrijk in die tijd was de vruchtbaarheid, van zowel de mens, het dier als de gronden. De rechtertempel is eenvoudiger van opzet: hij bestaat uit twee paar tegenover elkaar geplaatste nissen. Hierin zijn minder vondsten gedaan. In die tijd was het een gigantisch werk om deze reuzenblokken op zijn plaats te krijgen. Ze werden met behulp van boomstammen naar boven gebracht op de heuvels.

De taal Gozitaans verschilt een beetje van het Maltees. Er is een dialectisch verschil. Het maakt voor mij geen verschil uit. Ik versta van beide talen niks. Het Maltees of Malti is een Semitische taal. In zinsbouw lijkt het sterk op het Arabisch. De helft van de woorden is verwant aan het Arabisch. De rest van het vocabulaire is afkomstig uit het middeleeuwse Sicilians (een Italiaans dialect), het Spaans, Frans, Italiaans en Engels.

Veel Maltezers hebben hier op Gozo een tweede verblijf. De huizen zijn hier smal en diep. Er zijn houten deuren om de warmte buiten te houden. Op de daken van de huizen kan je tonnen of een tank zien met water.

De verschillende huizen hier op Malta en Gozo hebben een naam gekregen. Zo is er naast het huisnummer ook een naambordje voor het huis. Zo zijn er ook Maltezers / Gozitanen die naar Australië uitgeweken zijn. Later zijn ze terug naar Gozo gekomen. Je kan dit afleiden aan hun gekozen huisnaam: nl “Australia”.

In Gozo is 95% van de bevolking katholiek. De oudere mensen gaan 2 maal per dag naar de kerk. Op de gevels of op de hoek van hun huis zie je een heiligenbeeld verwerkt. Bij een bepaald huis heb ik een bord gelezen waarop stond: “In god we trust” en “I love god”.

Vervolgens gaan we naar een industrieterrein en bezoeken we het bedrijf “Magro Brothers”. Je kan ze hier vanachter glas aan het werk zien, met het maken van verschillende cakes met noten. In de bijhorende winkel verkopen ze lokale drank, koekjes, koffiebonen, olijfolie, kazen, confituur, jam, tomatenpuree en andere zaken. We kunnen hier ook met een koekje proeven van de tomatenpuree.

Vroeger in de jaren 1960 / 1970 was er hier in Malta en Gozo een textielindustrie. Deze industrie is nu naar Oosterse landen gebracht. Zo zag ik in de winkel ook een werktuig voor kantklossen staan. Vooral hier op Gozo hebben ze een lange kantklos traditie.

De kalksteen is de enige belangrijkste grondstof van Malta en Gozo. Voor de industrie hier is er dus meer invoer van allerlei andere grondstoffen. De meeste vervaardigde producten in Malta en Gozo worden dan uitgevoerd naar andere landen.

Vervolgens doen we een fotostop in Xlandi. Je kan hier een klein zandstrand zien en langs de kustlijn zien we recht uit de zee komende rotsformaties.

Nadien rijden we naar de hoofdplaats Victoria en passeren eerst nog één van de vele wasplaatsen. Victoria heet in de volksmond nog steeds Rabat. Rabat (van een Arabisch woord dat “voorstad” betekent) was de officiële naam totdat de stad bij het regeringsjubileum van koningin Victoria in 1897 de huidige officiële naam kreeg. Eigenlijk was Rabat de voorstad bij de citadel, zoals het gelijknamige Rabat op Malta de voorstad is bij Mdina. Eigenlijk leiden alle wegen hier op Gozo naar Victoria.

Eerst zijn we naar een bioscoop geweest waar we een kleine film kregen over de geschiedenis van Gozo. Na het eten zijn we dan bergop gaan wandelen naar het citadel. Het huidige Victoria is voortgekomen uit een versterkt dorp op een heuvel. Op deze heuvel ligt tegenwoordig de citadel: het oude, ommuurde stadshart, hoog boven en een beetje afzijdig van de drukte in de benedenstad. Via een kleine barokke poort belandt U op het enige plein van de citadel. Hieraan liggen de Maria Hemelvaart kathedraal, links het gebouw van de rechtbank en rechts het bisschoppelijk paleis uit 1620. Links boven de rechtbank ziet U een typisch Maltees “duivelsuurwerk”: alleen een wijzerplaat, geen wijzers. Vaak hebben de Maltese of Gozitaanse kerken op een van hun torens een echt uurwerk zitten en op de andere toren een wijzerplaat met opgeschilderde wijzers. Dit was om de duivel gek te houden: als dan het stervensuur voor iemand geslagen had, was hij er niet op tijd bij om het zieltje mee te nemen.

We hebben ook een kijkje binnen in de kathedraal genomen. Voor de kathedraal zien we een standbeeld van paus Johannes Paulus. Hij was hier op bezoek geweest in 1990. Weer zien we prachtige versieringen en beschilderingen op het plafond. Ook de vloer valt weer meteen op met grafzerken die versierd zijn met marmer in prachtige kleuren. Omdat het marmer niet verbleekt en nauwelijks slijt, doen de tinten van de zerken nog verbazend fris en nieuw aan. Ook zien we bij deze kathedraal geen koepel. Alle andere kerken hier op Malta hebben een koepel. De grond waarop deze kerk gebouwd is loopt schuin af en de kerk staat niet zo stabiel. Men had hier angst voor aardbevingen en dit zou de kathedraal kunnen vernietigen. Verder hebben we nog een wandeling gemaakt over de omwalling, waar we een overzicht hadden over een gedeelte van het eiland Gozo.

Vervolgens zijn we terug naar beneden gewandeld naar de benedenstad. Hier kan je het belangrijkste plein vinden, waar er een markt aan de gang was. Deze markt is hier dagelijks. Eerst mochten we eens proeven van de locale frisdrank “kiri”: Dit vond ik niet lekker en is niet mijn smaak. Het was enorm bitter van smaak. Hier hebben we de tijd gehad om door de straatjes te zwerven. De sfeer van het oude Gozo is er goed bewaard gebleven. Er zijn hier smalle steegjes bij. Via een steegje zijn we terechtgekomen bij de Sint-Joris basiliek. De kerk is in de 17de eeuw gebouwd.

De bus had een probleem bij het kruisen van een bus in een bocht, in één van de vele smalle straten hier in Victoria. Je mag hier niet te snel rijden. Er staan verkeersborden waarop staat “slow” (traag) of het woord staat op de weg geschilderd.

Op Malta wordt alles nu strenger, zoals een rijbewijs krijgen, naar de autokeuring gaan of parkeren in de stad. Vroeger moest je maar bellen en je auto was gekeurd. Nu willen ze uw auto wel zien. Voor het parkeren zijn er nu regels en moet je betalen.

Bij het verlaten van Victoria komen we snel weer op het platteland. Er zijn wel koeien, maar ze staan op de stallen. Ook passeren we een aquaduct, die nog in de tijd van de Engelsen is gebouwd.

We naderen nu het Azure window aan het uiterste westpunt van Gozo, nl Dwejra point. Dwerja betekent eigenlijk klein huis. Hier dichtbij kunnen we ook een kalksteengroeve zien.

Het Azure window heet in het Maltees eenvoudigweg “It Tieqa” (of het venster). Het “blauwe venster”, met een rechthoekig gat erin dat door erosie is ontstaan. Door het gat zien we de blauwe zee en de blauwe lucht, vandaar blauw. Hier kan je prachtige foto’s nemen. Verder ben ik ook nog gewandeld tot boven op deze rotsformatie om een prachtig uitzicht te hebben langs beide kanten van de rotsformaties hier in de zee. Een beetje verder is er ook de Fungus Rock of zwammenrots. Het is een rotseilandje waarop een zeldzame zwam groeide en waar men genezende krachten aan toeschreef.

We keren terug naar de haven in Gozo om de veerboot terug te nemen naar Malta. Nog eventjes moeten we wachten in een wachtzaal om in te schepen. We kunnen nog eventjes rustig zitten. Plots staat iedereen recht in de wachtzaal en gaat iedereen aan de poort staan om naar de boot te kunnen gaan. Vervolgens gebeurd er niets en blijven we daar staan. Volgens mij is er 1 persoon, die recht heeft gestaan en al de rest is massaal gevolgd. Nu ja, de mensen hebben een kuddegedrag.

Terug op Malta gaan we met bus terug naar het hotel. We passeren ook nog Popeye village in Anchor Bay. Dit is een dorpje van krakkemikkige kleurrijke houten huizen, die zijn gebouwd als decor voor de speelfilm “Popeye”. Momenteel doet het dienst als een atractiepark. Op Malta zijn er al veel films opgenomen zonder dat Malta op zichzelf in het verhaal voorkomt. (oa de films “Troy”; “Christopher Columbus – the discovery”; “The Clash of the Titans”,…). Ook zijn er hier op Malta filmstudios te vinden.

Zo dames en heren, dit was een leuke dag hé. De reisleidster Linda bleef maar vertellen en vertellen over Gozo en Malta. Er kwam bijna geen einde aan.

De volgende dag ben ik vertrokken op een kleine boot van “Romantika” tours in de haven van Saint Paul’s Bay voor een vaart rond het eiland Comino. Comino is 2,7 km² groot. Het heet in het Maltees Kemmunett, naar het komijnkruid dat hier vroeger in overvloed groeide. De vaste eilandbevolking bedraagt twintig zielen.

Saint Paul’s Bay zou de plaats zijn waar de apostel Paulus aan wal kwam, nadat zijn schip in een storm verzeild geraakt was. De Maltezen zouden de Maltezen niet zijn als dit niet herdacht zou worden met kerken, kapellen, beelden en feesten. Later gaan we nog de bijhorende kerk Saint Paul’s Shipwreck gaan bekijken in Bugibba.

We varen eerst tussen Malta en de Saint Paul’s eilanden, die ten noorden van de Saint Paul’s Bay liggen. Op het eiland Selmunett zien we een standbeeld staan van de apostel Paulus.

We passeren op weg naar Comino reeds een eerste grot langs het water. De rotsformaties komen recht uit de zee. De natuurelementen hebben in de loop der tijden door erosie deze grotten gevormd. Het viel op dat in de nabijheid van deze grotten het water helderblauw was. De boot vertraagde eventjes om hiervan te kunnen genieten en mooie foto’s te nemen.

Tussen Malta en Comino liggen er kweekvijvers voor vissen. Ook nu zien we langs het eiland Comino prachtige rotsformaties en grotten. De kleinere boten kunnen iets dieper in de grot varen. Op Comino zelf zien we de Saint Mary’s wachttoren die in 1618 gebouwd is door een grootmeester.

Uiteindelijk maken we een stop aan de Blue Lagoon. Dit is de bekendste attractie hier en het dankt zijn naam aan het heldere blauwe water. De Blue Lagoon ligt tussen het eiland Comino en het kleine buureiland Cominotto. In het heldere water kan je vissen zien zwemmen. Hier zal de boot stoppen voor 4 uur. Hier stap ik over in een speedboot om de grotten van Comino te gaan verkennen. De bestuurder van de speedboot zet zijn zonnebril op en de beatmuziek vollen bak en weg zijn we. Met de speedboot maakt hij grote cirkels naar links en dan naar rechts. Het opspattende water vliegt in je gezicht. Een beetje show van de speedboot bestuurder. Echt tof! En leuk om mee te maken. Met de speedboot kan hij iets dieper in de grotten varen totdat je bijna volledig in het donker zit. Dit is wel mooi om de grotten te zien hier en zeker een aanrader om dit te doen.

We komen terug met de speedboot in de Blue Lagoon. Dit is hier een plek om niets te doen, dit wil zeggen zwemmen, snorkelen, zonnebaden, wandelen en genieten. Om een rustig plekje te vinden is het moeilijk hier nabij de Blue Lagoon. Druk, druk, druk! Veel mensen zitten op een kleine oppervlakte bijeen, zoals sardienen in een blik. Ikzelf ben het eiland gaan verkennen en heb een wandeling gemaakt via paden naar de Saint Mary’s wachttoren. Buiten de Blue Lagoon is het rustig en kan je eveneens genieten van de natuur. Vanop deze toren heb je een prachtig uitzicht op het eiland Malta, het eiland Gozo en de Blue Lagoon. Je kan de grote veerboten zien varen tussen Malta en Gozo. Het eiland zelf is vooral dor met veel stenen en kasseien. Ik heb ook een wandeling gedaan naar het enige luxueus hotel Comino aan de noordzijde op het eiland.

In de Blue Lagoon hebben ze vroeger ook een stuk uit een James Bond film opgenomen. Ik zag hier al een Bond girl uit het water komen in een baai. Alé, een mooie vrouw in bikini die uit het water kwam voor de camera van haar man.

Na ons verblijf in de Blue Lagoon keren we met de boot terug naar de haven in Saint Paul’s Bay. We passeren nog langs het eiland Comino, de “olifantenrots”. Met je verbeelding kan je hier het hoofd van een olifant en zijn slurf in zien. Mooi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.